Deskresearch in de Ontwerpfase

Beter goed gejat dan slecht bedacht

 

 

Wat is het?

Deskresearch in de ontwerpfase is een specifieke vorm van literatuuronderzoek, waarbij je op zoek gaat naar bestaande oplossingen om het probleem waar jij je mee bezig houdt aan te pakken.    

 

Wanneer gebruik je het? En waarom?

Deskresearch in de ontwerpfase doe je vooral in de ideate- en prototypefase van het ontwerp. Om problemen op te lossen heb je creatieve ideeën nodig, maar het is niet nodig om zelf het wiel opnieuw uit te vinden. Door zorgvuldig deskresearch te doen naar bestaande oplossingen, profiteer je van het werk dat anderen vóór je hebben verricht.    

 

Hoe pas je het toe?

In de ontwerpfase ben je op zoek naar concrete voorbeelden van oplossingen, instrumenten, interventies en toepassingen die door andere organisaties worden gebruikt om het probleem waar jij je mee bezig houdt aan te pakken. Deze voorbeelden vind je niet in de bibliotheek. Hiervoor moet je onder de radar zoeken. 

 

1. Zoek in de organisatie

Als het probleem waar jij je mee bezig houdt relevant is, dan zijn er gegarandeerd anderen in de organisatie die zich hier eerder mee bezig hebben gehouden. Wat is de voorgeschiedenis van dit vraagstuk in de organisatie? Hoe gaat men er op dit moment mee om? Wat zijn de voorlopers van jouw ontwerp? Zijn er al eerdere pogingen gedaan? Als het een organisatie van enige omvang is, dan is het goed mogelijk dat op de werkvloer al oplossingen zijn gevonden die bij HR of het management nog niet bekend zijn. Vaak hebben sommige afdelingen al een oplossing gevonden voor problemen waar andere afdelingen nog mee worstelen. Ga daarom eerst op zoek in de organisatie zelf. Zoek naar dingen die op papier staan, maar doe vooral ook goed navraag via je interne netwerk.

 

2. Zoek bij collega-organisaties

Als een vraagstuk bij jou in de organisatie speelt, dan is de kans groot dat het ook bij andere organisaties speelt. Misschien loopt jouw organisatie voorop en ben jij één van de eersten die zich met een bepaald probleem bezig houdt, maar de kans is groot dat een andere organisatie al iets op de plank heeft liggen dat goed werkt en met enige aanpassing ook voor jou bruikbaar is. Zorg daarom dat je een goed netwerk van contacten met collega adviseurs opbouwt. Neem deel aan regionale en sector-overleggen van adviseurs, neem deel aan workshops en trainingen, word lid van de beroepsvereniging, etc. Op het moment dat je dan iets nodig hebt, bel of mail je een collega met de vraag hoe zij dat in hun organisatie hebben aangepakt. Het is niet ongebruikelijk om voorbeelden van regelingen, procedures, instrumenten, toepassingen en interventies met elkaar te delen. Als je nog studeert, vraag dan je stagebegeleider of je contact op mag nemen met zijn collega’s bij andere organisaties.       

 

3. Zoek bij brancheorganisaties

Werkgevers zijn veelal aangesloten bij een werkgevers- of brancheorganisatie die de belangen van werkgevers behartigt. Zo’n organisatie biedt vaak informatie en faciliteiten op het gebied van personeelszaken, bijvoorbeeld over de CAO, over de toepassing van nieuwe wet- en regelgeving of over veilig en gezond werken. Kijk op de website van de werkgeversorganisatie waar jouw organisatie bij aangesloten is of neem contact op met een medewerker. Jouw organisatie betaalt voor deze dienstverlening, dus je hoeft je niet bezwaard te voelen. Kijk niet alleen op de website van je eigen brancheorganisatie maar ook op die van andere branches. Sommige hebben niets te bieden, maar andere hebben een fantastisch aanbod met regelingen, procedures, instrumenten, voorlichtingsmateriaal, etc.    

 

4. Overige bronnen

Er zijn natuurlijk nog vele andere bronnen. Op internet kun je heel veel bruikbaar materiaal vinden. Zoek echter wel gericht en kijk kritisch. De zoektocht kun je als volgt aanpakken:

  • Maak een zoektermenschema van twee kolommen.
  • In de eerste kolom maak je een zo lang mogelijke lijst van termen en begrippen die te maken hebben met jouw onderwerp (werkdruk, stress, mentale belasting, burn-out). Gebruik zowel Nederlandse als Engelse termen.
  • In de tweede kolom maak je een zo lang mogelijke lijst van instrumenten waar je naar op zoek bent (regeling, procedure, protocol, brochure, handleiding, handreiking, training, interventie, stappenplan, etc.).
  • Zoek nu steeds op de combinatie van een term uit de eerste en de tweede kolom, eventueel in combinatie met ‘pdf’ zodat je concrete documenten vindt.

 

Controleer altijd heel goed de kwaliteit van de bron. Er wordt veel rommel op internet aangeboden en veel onzin verkondigd. Hieronder vind je een lijst met voorbeelden van min of meer betrouwbare organisaties die concrete instrumenten op internet hebben staan:

  • Overheid (SZW, SCP, CBS, etc.)
  • Praktijkgerichte Onderzoeksinstituten (TNO, etc.)
  • Gerenommeerde adviesbureaus (Arbodiensten, GITP, Twijnstra & Gudde, etc.)
  • Vaktijdschriften en HR-beroepsverenigingen (Gids, NVP, M&O, etc.).
  • Vakbonden (FNV, CNV, Etc.)
  • Nederlandse universiteiten (RUG, UvA, etc.)
  • Buitenlandse universiteiten (MIT, Harvard, Stanford, etc.)
  • Hogescholen (lectoraten, scriptiedatabanken)

 

Meer informatie