Literatuuronderzoek

Wat is er al bekend over mijn onderwerp?

 

 

Wat is het?

Literatuuronderzoek is een methode om bestaande kennis over een onderwerp te verzamelen. Deze kennis vind je in fysieke en digitale en bronnen, zoals boeken, artikelen, rapporten, manuscripten, documenten en archiefmateriaal.

 

Wanneer gebruik je het en waarom?

Er zijn verschillende momenten in een praktijkgericht onderzoeksproject waarop je literatuuronderzoek doet. In de oriëntatiefase van je project lees je je in je onderwerp. In de diagnosefase kijk je hoe anderen vergelijkbaar onderzoek hebben aangepakt en ga je op zoek naar een conceptueel model. En in de prototype-fase probeer je ideeën op te doen voor mogelijke oplossingen.

 

Hoe vind je de informatie die je nodig hebt? Een literatuurstudie lijkt wel wat op het tv-programma Spoorloos, waarin bloedverwanten worden opgespoord die elkaar uit het oog zijn verloren. Door ervaring is de redactie zeer bedreven geraakt in het zoeken naar de spreekwoordelijke speld in een hooiberg. Bij je literatuuronderzoek gaat het net zo. Je weet dat er ergens informatie te vinden is die jou kan helpen, maar de vraag is, hoe je die informatie kunt vinden zonder verdwaald te raken in een woud van informatie. Ook hier geldt: hoe meer ervaring, hoe beter je wordt in het vinden van de juiste bronnen.

 

In de probleemidentificatiefase van een project lees je vooral rapportages, notities en verslagen over de organisatie en de branche waarin de organisatie actief is, om een beeld te krijgen van het vraagstuk: een strategisch plan, het sociaal jaarverslag, de CAO, interne regelingen, brancherapportages, etc. In de diagnosefase heb je daarnaast ook vakliteratuur en wetenschappelijke literatuur nodig. Dit leert je wat er aan bestaande kennis over jouw onderwerp beschikbaar is en op welke manier hier onderzoek naar is gedaan. In de ontwerpfase ga je vooral op zoek naar concrete voorbeelden van instrumenten en interventies die anderen in vergelijkbare situaties hebben ontwikkeld en toegepast om het probleem op te lossen. Zo hoef je niet het wiel opnieuw uit te vinden, maar bouw je voort op het werk van anderen.

 

Hoe pas je het toe?

Hieronder geven een leidraad voor het literatuuronderzoek dat je voorafgaand aan je veldonderzoek doet. In deel vind je meer informatie over deskresearch in de ontwerpfase.   

 

Stap 1: Breng je voorkennis in kaart

Ga niet meteen googelen! Je verdwaalt dan namelijk al snel in een oerwoud van commerciële aanbieders. Begin in plaats daarvan je zoektocht bij de leer- en handboeken van je vak. Deze geven een overzicht van de bestaande kennis op jouw vakgebied en bevatten verwijzingen naar meer specifieke bronnen van informatie. Veel leer- en handboeken op het gebied van organisatiekunde zijn als e-book beschikbaar in de NHL Stenden bibliotheek, bijvoorbeeld:

 

Zoek in de inhoudsopgave en de index naar je onderwerp en lees globaal de bijbehorende hoofdstukken of paragrafen. Markeer alle begrippen die te maken hebben met je onderwerp. Maak van deze begrippen een mindmap, waarmee je inzichtelijk maakt hoe de begrippen samenhangen met jouw onderwerp.

 

Een voorbeeld: Stel je wilt onderzoek doen naar werkdruk in een organisatie. In de inhoudsopgave en de index van het Leerboek Organisatiekunde zoek je eerst alle hoofdstukken en paragrafen op, waarin iets zou kunnen staan dat met jouw onderwerp te maken heeft. Deze teksten neem je globaal door. Daarbij markeer je alle termen, begrippen, concepten, variabelen, aspecten, factoren, oorzaken, gevolgen, etc. die iets met werkdruk te maken lijken te hebben: stress, belasting, stijl van leidinggeven, ziekteverzuim, etc. Vervolgens orden je deze begrippen in een mindmap. Daarbij probeer je een logische structuur in het materiaal aan te brengen door begrippen de bij elkaar horen in groepjes bij elkaar te plaatsen en door lijnen te trekken tussen begrippen die met elkaar samenhangen. Op die manier probeer je je een eerste beeld te vormen van je onderwerp.

 

Stap 2: Maak een lijst met zoektermen

Aan de hand van je mindmap kun je vervolgens je onderwerp afbakenen. In de organisatiekunde hangt alles met alles samen, dus je zult ergens een grens moeten trekken. Wat wil je wel en niet meenemen in je onderzoek? Als je het te groot maakt, dan wordt je onderzoek onuitvoerbaar; als je het te klein maakt, dan wordt je onderzoek irrelevant. Zoek dus naar de juiste middenweg. Maak vervolgens een lijst van zoektermen: vaktermen, synoniemen, verwante termen en alternatieve benamingen waaronder je de begrippen uit je mindmap in de literatuur tegen kunt komen. Doe dit zowel in het Nederlands als in het Engels.

 

Stap 3: Zoek relevante publicaties en neem deze globaal door

Aan de hand van je zoektermen ga je vervolgens op zoek naar specifieke informatie over je onderwerp. In deze fase ga je gericht op zoek naar het antwoord op de volgende vragen.

  • Hoe wordt het onderwerp en de verschillende concepten die er mee samenhangen gedefinieerd?
  • Welke verschillende aspecten worden er binnen het onderwerp onderscheiden: kan het onderwerp in verschillende stukjes worden opgedeeld?
  • Welke factoren hangen met het onderwerp samen, welke factoren beïnvloeden het onderwerp, wat zijn oorzaken en gevolgen?
  • Hoe worden de verschillende concepten gemeten? Zijn er bestaande vragenlijsten, schalen, of andere meetinstrumenten beschikbaar?

 

De antwoorden op deze vragen zoek je in tal van bronnen, zoals: 

  • studieboeken (An Introduction to Human Resource Management),
  • wetenschappelijke handboeken en encyclopedieën (The Cambridge Handbook of Employee Behaviour, The Encyclopedia of Human Resource Management),
  • reviewartikelen uit wetenschappelijke tijdschrijften (Human Resource Management Review),
  • meta-analyses uit wetenschappelijke tijdschrijften (Meta-analysis of the correlates of employee absence),
  • onderzoeksrapporten van onderzoeksinstellingen, brancheorganisaties en overheden (TNO, CBS, SCP, Miniserie van SZW),
  • universitaire proefschriften en masterscripties (Heathy and Safe Workplaces in Healthcare);
  • vaktijdschrijften (De Gids, Personeelsbeleid, Tijdschrift voor HRM, PWnet);
  • gerenommeerde adviesbureaus (Arbodiensten, GITP, Twijnstra & Gudde);
  • websites van brancheorganisaties (Zestor, De Bouw maakt het Veilig, Werken in de Zorg);
  • managementboeken (Dienend Leiderschap, The Employee Journey, Topteams).

 

Een goede ingang voor boeken is de catalogus van de bibliotheek (bijvoorbeeld de digitale datavase Sage Premier), maar bekijk ook eens de sites van de (internationale) boekhandels voor welke boeken er over jouw onderwerp zijn gepubliceerd. Een goede ingang voor artikelen, proefschriften en scripties zijn databases zoals Web of Science Sage, PsychInfo, Science Direct, maar Google Scholar is ook zeer volledig. Als je een gangbaar onderwerp hebt waar veel over geschreven is, dan kan het overigens ook helemaal geen kwaad om Wikipedia te raadplegen voor een eerste oriëntatie. En kijk ook eens op ResearchGate, een soort Facebook voor onderzoekers. Veel onderzoekers plaatsen daar publicaties die elders achter een betaalmuur zitten.    

 

Met behulp van onderstaande checklist kun je bepalen of je bronnen van voldoende kwaliteit zijn.

 

Stap 4: Schrijf een theoretisch kader voor je onderzoek

Als je geluk hebt, vind je in de literatuur een bestaand model (met bijbehorende meetinstrumenten) dat voldoende volledig is om als basis voor jouw onderzoek te gebruiken (kijk ook eens op obnze lectoraatsite: onderzoekinorganisaties.nl). Maar vaak zul je verschillende modellen moeten combineren om een overzicht te krijgen van alle factoren en aspecten die van belang zijn om in je veldonderzoek naar te kijken. 

 

Meer informatie